Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [60]En de dode lichamen dezes volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte der aarde tot spijze zijn, en niemand zal ze [61]afschrikken. 60. Hebreeuws, het dode lichaam; alzo onder hfdst.16 vs.4, en hfdst.34 vs.20, enz. 61. De vogels of beesten van de dode lichamen verjagen.